Metaalprinters van Additive Industries in oude Philipsfabriek in Eindhoven

De showroom en productieruimte van Additive Industries in de geheel gerenoveerde oude Philips fabriek. © Dave Hendriks - Foto Meulenhof

 

EINDHOVEN - Veel daglicht valt door de ramen van het golvende fabrieksdak op de glanzende vloeren van Additive Industries. In deze historische omgeving bouwt het bedrijf 3D metaalprinters.

 

Harrie Verrijt 27-09-18

 

Waar Philips vroeger onderdelen maakte voor televisies bouwt Additive Industries nu haar hightech metaalprinters. Topman Daan Kersten wandelt voldaan tussen de drie machines die er permanent zijn opgesteld. „We hebben ervoor gekozen om onze showroom te combineren met onze productieruimte. Hier kunnen we potentiële klanten laten zien hoe onze machines voor hen kunnen werken. Het is ook een symbool van onze transparantie, die in het hele gebouw met grote en veel licht doorlatende ramen is doorgevoerd."

 

Maximaal tien machines
In de ruimte kunnen maximaal tien machines van twaalf meter lang worden opgebouwd. Kersten, die het bedrijf samen met Jonas Wintermans oprichtte, laat zien hoe in goten in de vloer voorzieningen zoals elektriciteit, water, gas en perslucht worden aangevoerd. „Zo voorkomen we storende kabels en slangen over de vloer of hangend vanaf goten tegen het dak. Hier komen de modules van onze machines binnen vanuit de fabrieken van onze leveranciers zoals NTS Groep in Eindhoven en MTA in Helmond. Onze monteurs zetten ze in elkaar en doorlopen samen met onze klanten testprotocollen. Na drie weken worden de machines uit elkaar gehaald en in speciale kratten vervoerd naar de klant voor installatie op hun werkvloer."

 


De voorkant van de geheel gerenoveerde Philips fabriek. © Dave Hendriks - Foto Meulenhof

 

Op de eerste verdieping aan een zijde van de productieruimte zijn de kantoren van de ontwikkelaars van het bedrijf. Voor een groot deel softwarespecialisten die een mooi uitzicht hebben op de machines in opbouw. „Software is de kern van ons bedrijf", zegt Kersten. „We bouwen veel meer sensoren in onze machines dan we in eerste instantie gebruiken. Dit met het oog op de software die onze mensen de komende jaren ontwikkelen. We kunnen onze klanten daarom beloven dat we geregeld met updates komen die de productiviteit vergroten."

 

Productiviteit hèt verkoopargument
Die productiviteit is volgens Kersten hèt verkoopargument van Additive Industries. „Onze concurrenten letten daar minder op omdat ze zich richten op het printen van prototypen. Wij zijn zowat de enige die zich richt op de serieproductie. Daarom denken we binnen enkele jaren te groeien van de zevende plek naar de top 3 van leveranciers van metaalprinters wereldwijd."

De machine, die de naam Metalfab1 heeft gekregen, bestaat uit een rij modules die volautomatisch hun werk doen. De belangrijkste is de speciale printkamer waarin uit dunne laagjes metaalpoeder de onderdelen op een bouwplaat worden gebouwd. Dat gebeurt met vier computergestuurde lasers die in ieder laagje een deel van het metaal vastsmelten op het laagje eronder. Zo kunnen grote en kleine onderdelen in het poeder opgebouwd worden, die er aan het eind kant en klaar uitkomen.

 

Internationaal
Behalve in Eindhoven, het gebouw wordt op 3 oktober officieel geopend, presenteert Additive Industries zich internationaal, legt Kersten uit. „In Californië hebben we al een machine staan waarmee we demonstraties aan potentiële klanten kunnen geven. Ook in Engeland en Singapore hebben we daar ver gevorderde plannen voor. Bovendien hebben we onlangs een servicekantoor geopend in Detroit. We willen overal ter wereld dicht bij klanten zitten, zodat ze gevoel kunnen krijgen van wat de machine voor ze doet."

Kersten ziet een veelvoud aan branches waarin interesse is om te produceren met zijn machines. „In de chipindustrie hebben bedrijven een grote groep onderdelen gedefinieerd om met onze machine te maken. Verder zijn in de luchtvaart- en auto-industrie belangrijke klanten. We zijn ook bezig met de medische industrie als het gaat om hulpmiddelen en implantaten. We zijn in onderhandeling met een hele grote producent die ziet dat met onze machine ieder implantaat patiëntspecifiek kan worden geproduceerd."

 


Topman Daan Kersten van Additive Industries: „We willen overal ter wereld dicht bij klanten zitten, zodat ze gevoel kunnen krijgen van wat de machine voor ze doet." © Dave Hendriks - Foto Meulenhof

 

Het bedrijf heeft inmiddels twintig van de 1 tot 2 miljoen euro kostende machines verkocht. Dat betekent dat er ook een flinke servicevraag is bij de klanten, zegt Kersten. „We hebben een serviceteam hier dat online toegang heeft tot de machines en deze desnoods op afstand kan resetten. Verder kunnen we onze klanten met een camera en oortje direct helpen als er gesleuteld moet worden. Tot slot hebben we twee monteurs in de Verenigde Staten, een in Zuid-Duitsland en een in Singapore."

 

Volgende generatie machines
Volgens Kersten werkt zijn bedrijf al aan de volgende generatie machines. „Klanten in de ruimtevaart willen een raketmotor in één keer printen en dan is de bouwplaat van 42 bij 42 centimeter soms te klein. Nieuwe machines moeten grotere onderdelen aankunnen en krijgen bovendien nieuwe eigenschappen, waar ik nu nog niets over kan zeggen."

Het vergt allemaal enorme investeringen, maar dat is volgens Kersten geen probleem. „Highlands Beheer van de Agio-familie Wintermans staat volledig achter ons. Net als huisbankier Rabobank. We draaien bij Euronext wel mee met een groepje bedrijven dat misschien ooit naar de beurs gaat. Maar voorlopig vinden we een beursnotering met al zijn regels nog niet aantrekkelijk."

 

bron.

Terug